Amstelredamus, Alardus (1491-1544)
30 maart 2010I. Biografie
Alardus Amstelredamus (Allard, Alaard, Adelardus, Adelaard; Aemstelredamus, Amsterodamus etc.), Amsterdam 1491 – Leuven 1544, is een vertegenwoordiger van het ‘bijbels Humanisme’. Over zijn afkomst is weinig bekend. Hij was een verwant van Meynard Man, de abt van het Benedictijner klooster in Egmond, dat Alardus vanwege zijn rijke bibliotheek meer keren bezocht (1526, 1530). Misschien is hij leerling geweest van Willem Hermans en Hegius. In 1511-1514 was hij onderwijzer in Alkmaar, eerst onder Barthelomaeus Coloniensis en vanaf 1513 onder Johannes Murmellius.Via de dochter van Antonius Liber verwierf Alardus “pauculas Rodolphi epistolas lucubratiunculasque et fragmenta”; zijn jarenlange bemoeienissen met de literaire nalatenschap van Agricola zou culmineren in de editie van diens Opera omnia (2 voll. Keulen 1539). In 1514 vestigde Alardus zich te Leuven als corrector bij Dirck Martens; hij droeg zorg voor o.a. enige Erasmusuitgaven en had een aandeel in de publicatie van de eerste drie boeken van Agricola’s De inventione dialectica in 1515.Daarnaast studeerde hij aan de Leuvense universiteit; vóór zijn priesterwijding (voorjaar 1517 in Amsterdam) behaalde hij de titel ‘magister’. In Leuven ontmoette hij grote humanisten als Erasmus (cf. Allen, Ep. 433 en 485), Dorpius, Barlandus en Gerard Geldenhauer, en leeftijdgenoten als Rutger Rescius en Nicolaas Cannius. Na problemen met de universiteit in verband met het juist gestichte Collegium trilingue verbleef hij korte tijd in Antwerpen. In 1521 was hij terug in Leuven, dat met enige onderbrekingen zijn woonplaats bleef.Alardus hield zich bezig met onderwijs en wetenschap;het pastoraat heeft hem nooit zo getrokken.Tot zijn dood verrichtte hij voor verschillende drukkerijen correctie- en editiewerk. In Leuven werkte hij voor Martens, in Antwerpen voor Hoogstraten en Thibault.Voor Gymnicus in Keulen bereidde hij een editie van Erasmus’ Paraphrasis in Elegantias Laurentii Vallae voor, waaraan hij de Farrago (over goed woordgebruik in het Latijn) van zijn leerling en vriend Cornelius Crocus toevoegde (1529); bij Joannes Soter verschenen in 1532 de Progymnasmata van Aphthonius, vertaald door Agricola, becommentarieerd door Alardus.Voor de uitgave van Agricola’s verzamelde werken reisde Alardus naar Keulen in 1529, 1531-1532 en 1538-1539. Hij toonde zich een tegenstander van de Reformatie. In de periode 1538-1539 verschenen veel publicaties van Alardus’ hand. Hij volgde vermoedelijk enige tijd (1539-1541) de theologiecolleges van Tapper en Latomus in Leuven;in 1541 verbleef hij in Amsterdam, maar in 1542 was hij in Leuven terug, waar hij 1544 gestorven is.
II. Geschriften
Alardus schreef brieven, (gelegenheids)poëzie, theologische (stichtelijke) geschriften en filologische werken (tekstuitgaven, soms van zijn commentaar voorzien).
Epistolografie
Adressaten zijn o.a. Erasmus, Crocus, Martinus Lypsius, de drukkers Franciscus en Arnold Birckman, Johannes Soter, de hoogleraren Conrad Goclenius, Jacobus Latomus en Ruardus Tapper. Sommige brieven vormen de inleiding (of opdracht) van werken die Alardus uitgaf, zoals de brief ‘Lectori’ in de Aphthoniuseditie van 1532, of van eigen geschriften, zoals de brief aan Jacobus Valeolaetus in de Ritus edendi paschalis agni of die aan Nicolaas Boelens in de Parasceve.
Poëzie
Alardus schreef voornamelijk gelegenheidspoëzie van traditionele aard. Het eerste voorbeeld daarvan is het gedicht Ad studiosam iuventutem voor Murmellius (1513). Veel epitaphia en epithalamia, als ook encomia zijn in zijn eigen of in door hem uitgegeven werken gepubliceerd: in de Epistola Croci (1531/1532) gedichten op het klooster van Egmond; in de editie van Erasmus’ Carmen Bucolicum (1538 en 1539) een Virginitatis Encomium en epitaphia op Erasmus, Johannes van Kampen, Pompeius Occo (die Alardus de autograaf van Agricola bezorgde).Ook in de Marbodeditie (1539) en de Epistola Theophylacti verscheen een groot aantal gedichten. Een Panegyris van 612 verzen op het bezoek van Karel V aan Amsterdam is in de Parasceve opgenomen.Verder schreef Alardus inleidingsgedichten op door hem bezorgde werken, zoals op het Encheiridion van Erasmus (1515) en een aansporing tot studenten in de Ratio verae theologiae (1518). De Ritus edendi paschalis agni (1523, cf. De Vocht MHL, pp. 406-408) bevat didactische poëzie (geloofsonderricht). Het gedicht Gallina, de kip als symbool van zorg en vroomheid (1528), is allegorisch.
Theologische geschriften.
In Alardus’ geschriften worden geen originele gedachten verwoord. Zijn werk heeft veelal een stichtend karakter, is nuttig voor de pastorale praktijk en vaak polemisch. Invloed van Erasmus is waarneembaar o.a. in Alardus’ beroep op de Schrift en Kerkvaders, zoals in de Parasceve (1532), die bestaat uit Schriftteksten, citaten uit de Kerkvaders en gebeden. Alardus schreef over de eucharistie, Dissertatio eucharistiae (1537) en gaf preekboeken uit: de Similitudines (1539) en de Sylvulae (1542). Steunend op de Kerkvaders keerde Alardus zich tegen alles wat de orthodoxie bedreigde, vooral in zijn trilogie Baptismus Christianus, Haeretici descriptio en de Descriptio Ecclesiastae (1539) als ook in de Dissertatiunculae tres (1541).
Filologie
De uitgave van de verzamelde werken van Agricola (Keulen 1539) is Alardus’ hoofdwerk. Naast de Paulusbrieven en canonieke brieven (1522) en Marbods De lapidibus (1539) gaf Alardus werk van tijdgenoten uit: Erasmus’ Carmen Bucolicum, Adriaan Boeyens (Computus), de brief tegen Sartorius van Crocus, brieven van Latomus (1544). Hij schreef commentaren op de Aphthoniusvertaling van Agricola (1532), op Erasmus’ Carmen Bucolicum en hij maakte een samenvatting van Budaeus’ De asse (1520).
III.Werken
Een volledige bibliografie bij Kölker, pp. 271-301. Carmen Natalitium in: C.L. Heesakkers, W.G. Kamerbeek, Carmina scholastica Amstelodamensia, Leiden, 1984.
IV. Literatuur
» BHAPB 1972, 1988. » A.J. Kölker, Alardus Aemstelredamus en Cornelius Crocus. Twee Amsterdamse priester-humanisten,
Nijmegen, 1963.
» CE s.v.Alaard of Amsterdam.
» P.J.A. Nissen, De katholieke polemiek tegen de dopers, Heerlen, 1988, passim.
» E. Chayes, L’Éloquence des Pierre précieuses. De Marbode de Rennes à Alard d’Amsterdam et Remy Belleau. Sur quielques lapidaires du XVIe siècle. S.l. 2007. Diss.Amsterdam.
[M.L. van Poll-van de Lisdonk]
Citeerinstructie:
M.L.van de Poll-van de Lisdonk,‘Alardus Amstelredamus’in:Jan Bloemendal en Chris Heesakkers, eds., Bio-bibliografie van Nederlandse Humanisten. Digitale uitgave DWC/Huygens Instituut KNAW (Den Haag 2009). www.dwc.huygensinstituut.nl