Bochius, Joannes (1555-1609)

30 maart 2010

I. Biografie

Joannes Bochius (Jan Boghe) werd geboren te Brussel in 1555. Hij volgde colleges te Lier en te Ath en studeerde rechten aan de Leuvense universiteit. Daarna vertrok hij naar Italië waar hij studeerde bij Robertus Bellarminus. In 1578 vertrok hij uit Italië en reisde naar Noord-Europa.Veel geluk kende hij daar niet: op reis naar Moskou werd hij verrast door de koude en kon ternauwernood ontsnappen aan de amputatie van zijn twee voeten. Nauwelijks genezen trok hij naar Litouwen, maar werd overvallen door boeven en werd zo toegetakeld dat hij voor dood werd achtergelaten. Hij werd echter gered en begaf zich terug naar de Nederlanden. Na de val van Antwerpen in 1585 werd Bochius door Alexander Farnese benoemd tot stadssecretaris van Antwerpen. Hij bleef in deze functie tot zijn dood in 1609.

II. Geschriften

Bochius was een vermaard Neolatijns dichter in zijn tijd. Net na zijn benoeming tot stadssecretaris liet hij bij Christoffel Plantijn een lofdicht op Farnese verschijnen: de Panegyrici in Antverpiam sibi et regi obsidione restitutam per … Alexandrum Farnesium, 1587. Toen Plantijn overleed stelde hij een gedenkboek samen met gedichten van hemzelf en anderen ter ere van de drukker: de Epigrammata Funebria ad Christophori Plantini architypographi regij manes, die door Plantijns opvolger, Jan Moretus in 1590 werd gedrukt.

Zijn functie van ambtenaar en auteur kon hij het best verenigen toen hij het relaas kon optekenen van de Blijde intredes van de nieuwe landvoogden in de Nederlanden. Bij de inhuldiging van een nieuwe vorst werd in de Nederlanden gebruikelijk een Blijde intrede gehouden in de steden. Bij die gelegenheden werden feesten georganiseerd waarvan vervolgens een gedenkboek werd uitgegeven. Bochius had tweemaal de gelegenheid een dergelijk gedenkboek samen te stellen. Het gedenkboek van de intrede van Ernst van Oostenrijk in 1594, de Descriptio publicae gratulationis … in adventu … principis Ernesti, verscheen in 1595 bij Jan Moretus. In 1599 hielden de aartshertogen Albrecht en Isabella hun intrede in de Nederlanden.Drie jaar later,in 1602,verscheen bij Jan Moretus het indrukwekkende huldealbum:Historica narratio profectionis et inaugurationis …Alberti et Isabellae.Beide werken waren geïllustreerd met foliogrote etsen en gravures. Met deze boeken plaatste Bochius zich in de traditie van Antwerpse stadssecretarissen die het relaas van de Blijde intredes optekenden.Vóór hem had Cornelius Grapheus het gedenkboek van de Intrede van Filips II samengesteld, na hem zorgde Caspar Gevartius voor een imponerend boek bij de Intrede van Ferdinand van Oostenrijk.

Daarnaast schreef Bochius ook vaak poëtische stukken ter ere van andere werken zoals in de Annales ecclesiastici van Caesar Baronius of Justus Lipsius’ De cruce of als onderschrift bij gravures. Na zijn dood werden deze gedichten in 1614 door Franciscus Sweertius uitgegeven te Keulen in het werk Panegyrici, epigrammata & poemata varia.

Bochius’ laatste grote werk was zijn Psalmorum Davidis parodia heroica, een parafrase in versvorm van de psalmen van David. Aansluitend daarop volgde een deel met commentaar op de psalmen in proza, de In psalmos Davidis variae observationes. Hoewel de titelpagina’s van beide delen 1608 als jaar van uitgave vermelden, was het werk pas in de lente van 1609 klaar. Bochius kon de voltooiing van het drukken niet meer beleven: hij overleed immers op 9 januari 1609.

III.Werken:

» Panegyrici in Antverpiam sibi et regi obsidione restitutam per … Alexandrum Farnesium, Antwerpen, Christoffel Plantijn, 1587; » Epigrammata funebria ad Christophori Plantini architypographi regij manes, Antwerpen, Jan Moretus, 1590; » Descriptio publicae gratulationis … in adventu … principis Ernesti,Antwerpen, Jan Moretus, 1595; » Historica narratio profectionis et inaugurationis …Alberti et Isabellae,Antwerpen, Jan Moretus, 1602; » Psalmorum Davidis parodia heroica (met: In psalmos Davidis variae observationes), Antwerpen, Jan Moretus, 1608-1609; » Panegyrici, epigrammata & poemata varia, Keulen, Joannes Kinckius, 1614 » Bochius Epistolae publicae en Epistolae creditores, bewaard in Antwerps Stadsarchief (PK 501-505 en PK 508), zijn uitgegeven door P. Genard in het Antwerps archievenblad, XVI en XVII, 1864.Voor een overzicht van deze brieven zie Anna Sarrazin, Joannes Bochius (1555-1609), Bijdragen tot de Geschiedenis, 28 (1937), p. 261-267.

IV. Literatuur:

» BHAPB (1972), nrs. 3253-3255 » BHAPB (1988), nr. 6818 » Margit Thøfner,“Marrying the city,mothering the country:gender and visual conventions in the

Johannes Bochius’s account of the joyous entry of the archduke Albert and the Infanta Isabella into Antwerp”, Oxford Art Journal, 22/1(1999) p. 1-27

[Dirk Imhof]

Citeerinstructie:

Dirk Imhoff, ‘Joannes Bochius’ in: Jan Bloemendal en Chris Heesakkers, eds., Bio-bibliografie van Nederlandse Humanisten. Digitale uitgave DWC/Huygens Instituut KNAW (Den Haag 2009). www. dwc.huygensinstituut.nl