Schurman, Anna Maria van (1607-1678)

31 maart 2010

I. Biografie

Anna Maria van Schurman (Keulen 5.11.1607-Wiewerd 4.5.1678) was een geleerde vrouw die veel antieke, klassieke en moderne talen kende. Haar expertise in theologie en filosofie en haar artistieke talenten droegen bij tot haar naam en faam als de Ster van Utrecht. Haar opleiding begon toen haar vader Frederik van Schurman inzag dat zij tijdens lessen Latijn die niet voor haar bestemd waren, haar oudere broers verbeterde. Meteen gaf hij haar Seneca in handen. Na zijn vroege dood in 1623 studeerde ze zelf door, soms geholpen door professoren als hoogleraar Andreas Rivet van Leiden. Toen de Utrechtse Universiteit in 1636 gesticht werd, kreeg ze een uitnodiging om een Latijns lofdicht te schrijven. Daarin klaagt ze over de uitsluiting van vrouwen en pleit voor toelating. Ze kreeg toen officieel toestemming om te studeren en deed dat met verve: letteren, medicijnen (anatomie en kruidkunde) maar vooral theologie. Haar talenkennis omvatte minstens veertien talen, waaronder Hebreeuws, Syrisch, Aramees, Samaritaans, Arabisch, Perzisch en Ethiopisch. Door haar correspondenties met geleerde mannen en vrouwen in de Res Publica Litteraria en door publicaties als De Vitae Termino, (Amica) Dissertatio (over het recht van de vrouw op studie) en Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica, prosaica et metrica kon ze toch meedoen met het wetenschappelijk bedrijf, ondanks dat een baan voor haar als vrouw was uitgesloten.Op haar deur klopten duizenden studenten en geleerden aan tijdens hun peregrinatio academica, maar ook koninginnen als Christina van Zweden en Maria de Gonzaga van Polen. Later in haar leven sloot ze zich tot verbijstering van velen aan bij de labadisten, een radicale protestantse groepering en deelde ze in hun omzwervingen in Nederland, Duitsland en Denemarken. Ze verdedigde deze religieuze ommezwaai in de Eukleria (1673).

II. Geschriften

Haar werk is voor een groot deel in het Latijn geschreven en dat geldt, behalve voor haar De Vitae Termino, (Amica) Dissertatio, Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica, prosaica et metrica, ook voor haar autobiografie Eukleria. Behalve geleerdenbrieven over vooral filologisch- theologische en filosofische onderwerpen schreef ze veel religieuze poëzie en gelegenheidsgedichten in verschillende talen.Veel alba amicorum bevatten een inschrijving van haar hand. Helaas is haar grammatica voor het Ethiopisch verloren gegaan net als haar verhandeling over het verval der kerk.

III.Werken

» De Vitae Termino. Leiden, 1639, 1651; Rotterdam, 1644; Dordrecht, 1665; (Ned. vert. Paelsteen van den tijt onses levens. Dordrecht, 1639; Amsterdam, 1639; Dordrecht, 1659) Duitse vert. Der Marckstein vom Ziel und Zeit unseres Lebens. (vertaald door S.W.Z.B). s.l., 1678). » Amica Dissertatio inter Annam Mariam Schurmanniam et Andr. Rivetum de capacitate ingenii muliebris ad scientias. Paris, 1638; Dissertatio De Ingenii Muliebris ad Doctrinam et meliores Litteras aptitudine. Leiden, 1641; Question celebre. Parijs, 1646; The Learned Maid,. London, 1659.

» Bedenckingen over de toekomste van Christi koninkrijck. s.a., s.l. (UB UVA);Bedenkingen van A.M. van Schuurman over de toekomste van Christi Koningrykin:Heylige Lofsangen. Amsterdam,1675: 326-331; Bedenckingen van A.M. van Schurman over de Toekomste van Christi Coninkrijk in: Heylige Gesangen. Amsterdam, 1683: 394-400; Bedenckingen over de toekomste van Christi Koninkrijk in:Mnemosyne XVI,Dordrecht:1826:3-13;Mysterium Magnum,Oder Grosses Geheimnüs dat ist: ein sehr herrliches und im heilige Wort Gottes wohlgegründetes Bedencken Uber die Zukunft des Reichs Christi. Wesel-Duisburg und Franckfurt, 1699. » Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica, prosaica et metrica. Leiden, 1648, 1650; Utrecht 1652; Leipzig, 1749; » Pensées […] Sur la Reformation necessaire[…].Amsterdam, 1669; »» ???????a seu Melioris Partis Electio.Altona,1673;Eucleria of Uitkiezing van het Beste Deel.Amsterdam, 1684; Facsimile, Leeuwarden, 1978; ???????a» seu Melioris Partis Electio.Vol. 2. Amsterdam, 1685;Continuatie van de Eucleria.Amsterdam, 1754; Rotterdam 1980; ???????a seu melioris partis electio. Dessau, 1782; ???????a»oder Erwählung des besten Theils. Dessau-Leipzig, 1783; » Lof-sangen Ter Eeren Gods […]Amsterdam, 1675; Heylige Gesangen.Amsterdam, 1683; » Geleerde brieven van de Edele, Deugt-en Konstrijke Juffrouw Anna Maria van Schuurman Amsterdam, 1728. » Lettres traduites du Hollandois par madame de Zoutelande. Parijs, 1730; » Uitbreiding over de drie eerste capittels van Genesis, Beneffens een vertoog van het geestelyk huwelyk […].Groningen, 1732.

IV. Literatuur

J.Mollerus, Cimbria literata […] Kopenhagen,1744:805-817;G.D.J.Schotel, Anna Maria van Schurman. ’s-Hertogenbosch, 1853; BHAPB 1972, 1988. K.Van der Stighelen, Anna Maria van Schurman (1607­1678 of ‘Hoe hooge dat een maeght kan in de konsten stijgen’). Leuven, 1987; P. van Beek, ‘Verbastert christendom’: Nederlandse gedichten van Anna Maria van Schurman (1607-1678). Houten, 1992; M. de Baar et al, eds. Anna Maria van Schurman (1607-1678): een uitzonderlijk geleerde vrouw. Zutphen, 1992; (Eng. vert. Choosing the better part.Dordrecht-Boston-London,1996);P.van Beek,‘Sol iustitiae illustra nos: de “femme savante” Anna Maria van Schurman (1607-1678) en de universiteit van Utrecht’: Akroterion 40 (1995):145-162; idem, ‘One Tongue is Enough for a Woman: the Correspondence in Greek between Anna Maria van Schurman (1607-1678) and Bathsua Makin (1600-167?)’ : Dutch Crossing 19 (1995):22-48;B.Bulckaert ‘Vrouw en eruditie:Het Problema Practicum van Anna Maria van Schurman (1607-1678)’ : Festschrift Miscellanea Jean-Pierre vanden Branden. Brussel 1995:145-195; P.van Beek,‘Een Vrouwenrepubliek der Letteren:Anna Maria van Schurman (1607-1678) en haar netwerk van geleerde vrouwen’ : Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans 3 (1996):36-49 http://academic.sun.ac.za/ afrndl/tna/vanbeek96.html ;A.Roothaan en R.Ter Haar, Verhandeling over de aanleg van vrouwen tot de wetenschap.Groningen,1996;A.A.Sneller,‘Tijdgenoten over Anna Maria van Schurman (1607-1678)’ en ‘Anna Maria van Schurman’, in: Idem, Met man en macht.Analyse en interpretatie van teksten van en over vrouwen in de vroegmoderne tijd (Kampen 1996) 59-115,117-151;P.van Beek,‘De geleerdste van allen’: R. Schenkeveld-Van der Dussen et al, eds. Met en zonder lauwerkrans: schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850 […].Amsterdam, 1997:206-210; idem, Klein Werk:De Opuscula Hebraea […], Stellenbosch, 1997 www.dbnl.org/tekst/beek017klei01/ B. Bulckaert,‘l’Education de la femme dans la correspondance d’ Anna Maria van Schurman (1607-1678) et Andre Rivet (1572-1651)’ :

La femme lettreé Ed.M.Bastiaansen.Leuven, 1997:197-209;I.de Smet,‘In the Name of the Father’: Feminist Voices in the Republic of Letters (A.Tarabotti,A.M.van Schurman and M.De Gournay)’ : La femme lettreé.Ed.M.Bastiaansen.Leuven,1997:177-196.P.van Beek,‘De Opuscula […]als boek’ : Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans 3 (1998):53-73 http://academic.sun.ac.za/afrndl/tna/vanbeek98. html; J.Irwin,Anna Maria van Schurman,Whether a Christian Woman should be educated and Other Writings from her Intellectual Circle. Chicago-London, 1998; P.van Beek, ‘’O engelachtige maagdelijkheid’: de correspondentie in Grieks tussen Meletios Pantogalus en Anna Maria van Schurman’in: Acta Patristica et Byzantinica (11) 1999: 180-198; idem, ‘‘Alpha Virginum’: Anna Maria van Schurman’ in: Women Writing Latin From Roman Antiquity to Early Modern Europe. Ed. Churchill, Ph. Brown and J.E. Jeffrey. Volume 3. New York-London: Routledge, 2002: 271-293; idem, ‘’Pallas Ultrajectina, bis quinta dearum’:Anna Maria van Schurman en haar Neolatijnse dichtkunst’ in: De Utrechtse Parnas: Utrechts Neolatijnse dichters uit de zestiende en zeventiende eeuw. Ed. J. Bloemendal, Amersfoort, 2003: 45-67; idem,‘’Ardens martyrii desiderium’: on the martyrdom of Anna Maria van Schurman (1607-1678)’ in: The Low Countries as a Crossroad of Religious Beliefs.Intersections.Ed.A.J.Gelderblom,J.L.de Jong en M. van Vaeck. Leiden-Boston, 2004: 247-265; idem, Anna Maria van Schurman en haar kennis van oud-oosterse talen. Stellenbosch, 2004. (aanwezig UB, UUtrecht); idem, De eerste studente:Anna Maria van Schurman (1636). Utrecht, 2004), (Eng. vertaling The First Lady Undergraduate : Anna Maria van Schurman. Kopenhagen, 2009); Anne Marie de Schurman, femme savante, 1607-1678: correspondance. Ed. C.Venesoen.Parijs,2004 ;P.van Beek,’’Dien opregten Oudtvader’:Anna Maria van Schurman over Augustinus’ in: Augustiniana Neerlandica. Ed. P. van Geest en J. van Oort. Leuven, 2004: 447-461; J. Stevenson, Women Latin Poets. Oxford, 2005: 348-352, 542-548.

[Pieta van Beek]

Citeerinstructie:

Pieta van Beek,‘Anna Maria van Schurman,‘Joannes Bochius’in:Jan Bloemendal en Chris Heesakkers, eds., Bio-bibliografie van Nederlandse Humanisten. Digitale uitgave DWC/Huygens Instituut KNAW (Den Haag 2009). www.dwc.huygensinstituut.nl